Schapen, geiten en koeien hebben een vrijwel identiek spijsverteringsstelsel. Waarom produceren koeien dan vlaaien en schapen en geiten keutels?
Het vochtgehalte in de mest van koeien is hoger dan in die van kleine herkauwers als schapen en geiten, waardoor de mest een duidelijk andere consistentie heeft. Dit kan verklaard worden door een evolutionaire druk. Onze kleine herkauwers, zoals geit en schaap, kunnen we net zoals de kameelachtigen onderbrengen in de groep van herkauwers die zich heeft aangepast aan droge omgevingen. Zij gaan veel economischer om met het aangeboden vocht en kunnen door een efficiëntere opname van vocht in de dikke darm het vochtgehalte van hun mest reduceren tot 50% (schapen gen geiten) of tot minder dan 45% (kameelachtigen).
Onze runderen kunnen met veel moeite het vochtgehalte van hun mest tot 60% verminderen. Tropische runderrassen zoals de zebu doen het iets beter, maar moeten op dit vlak hun meerdere erkennen in de kleine herkauwers. Daarom blijven de grote grasvlakten voorbehouden voor de runderen, maar kunnen geiten en schapen uitwijken naar de drogere en vaak ook hogere gebieden.
Bron: prof. dr. Piet Deprez, Vakgroep interne geneeskunde en klinische biologie van de grote huisdieren, Universiteit Gent