Voor een onderzoek hielden meer dan vijfhonderd mensen een week lang een dagboek bij waarin ze onder andere precies noteerden wat ze aten en welke mensen erbij aanwezig waren. Mensen raporteerden maaltijden in verschillende soorten gezelschap: familie, vrienden, collega’s en anderen. In elke vorm van gezelschap werd meer gegeten dan alleen, maar er werd vooral meer gegeten als er familie of vrienden bij waren in vergelijking met anderen. Met collega’s erbij werd er juist minder gegeten in vergelijking met andere vormen gezelschap.

De auteurs suggereren dat dit komt omdat we ons vooral laten gaan bij mensen die we goed kennen (vrienden en familie) en dat we dat niet doen bij mensen die we minder goed kennen (collega’s en anderen). Bovendien zitten we vaak langer aan tafel met vrienden, waardoor we ook meer eten.

restaurant eten
Zie ook:
Verdrietige mensen eten minder dan blije mensen.

Bronnen:

Dr. Anne Roefs, Department of Clinical Psychological Science, Universiteit Maastricht.